Het kabinet-Schoof heeft op 3 juni zijn ontslag ingediend bij de Koning. Wat betekent de val van het kabinet voor lopende arbeidsrechtelijke wetsvoorstellen?
Op 29 oktober zijn er vervroegde verkiezingen voor de Tweede Kamer. Totdat er een nieuw kabinet aantreedt, behandelt het demissionaire kabinet in principe alleen de lopende zaken.
De Kamer pakt wetsvoorstellen, die in behandeling zijn pas, weer op na de kabinetsformatie, tenzij de Tweede Kamer hierover anders beslist. De Kamercommissies kunnen onderwerpen aanwijzen waarvan zij vinden dat ze die niet kunnen behandelen, waarna de Tweede Kamer deze onderwerpen dan controversieel verklaart.
Lijst controversiële onderwerpen eind juni bekend
De commissies van de Tweede Kamer inventariseren in de week van 16 juni welke onderwerpen zij niet willen behandelen in de periode tot het nieuwe kabinet. In procedurevergaderingen op 17, 18 en 19 juni stellen zij lijsten op met de onderwerpen die zij controversieel willen verklaren.
Veel lopende arbeidsrechtelijke wetsvoorstellen maken onderdeel uit van een pakket aan maatregelen om de arbeidsmarkt te hervormen, zoals het wetsvoorstel Meer zekerheid flexwerkers en het wetsvoorstel Verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden. Dit plan is al opgezet voor de val van het kabinet-Rutte IV. Na de val van dit kabinet is door het opvolgende kabinet doorgewerkt aan de hervormingen. Het huidige kabinet heeft dit pakket vrijwel ongewijzigd overgenomen. Het is afwachten of de Tweede Kamer deze wetsvoorstellen controversieel verklaart.
Als dat gebeurt, dan worden die wetsvoorstellen pas na de verkiezingen en de formatie van een nieuwe regering weer opgepakt. Daardoor zouden die wetsvoorstellen vertraging opleveren, wat aan de ene kant HR meer tijd geeft om te voldoen aan nieuwe of gewijzigde wetgeving, maar aan de andere kant ook langer voor onduidelijkheid zorgt.
Samenhang met HPV
Door de verkiezingen kan een aantal wetsvoorstellen, die samenhangen met het Herstel- en Veerkrachtplan (HVP), wel vertraging oplopen. Met het HVP maakt Nederland aanspraak op 5,4 miljard euro aan middelen uit de Europese Herstel- en Veerkrachtfaciliteit (HVF). De middelen worden in vijf tranches uitgekeerd als de vastgelegde mijlpalen en doelstellingen zijn behaald.
Voor deze investeringen en hervormingen is onder andere een spoedige implementatie van een aantal wetgevingstrajecten van belang. Het gaat hier onder meer om de Wet basisverzekering arbeidsongeschiktheid zelfstandige en de Wet verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden. Voor een spoedige implementatie van het HVP is het belangrijk dat het parlement deze wetgevingstrajecten op tijd behandelt.
Bron: Brightmine
