Logo

BUITEN DE LIJNTJES KLEUREN

BUITEN DE LIJNTJES KLEUREN

22-06-2021
kleurpotloden.jpg.webp

‘Ik geloof in het potentieel van mensen’. Prof. dr. Josette Dijkhuizen kijkt opgewekt en vastberaden in de camera tijdens de digitale masterclass van Sioo die dit 

‘Ik geloof in het potentieel van mensen’. Prof. dr. Josette Dijkhuizen kijkt opgewekt en vastberaden in de camera tijdens de digitale masterclass van Sioo die dit keer in het teken staat van intern ondernemerschap. Hoe kunnen we de onontgonnen waarde van onszelf aanboren? Van de gebaande paden af en buiten de lijntjes kleuren? Daar gaat het om, maar dat is makkelijker gezegd dan gedaan.

Groene seinen

De term klinkt als een klok: ‘intrapreneurship’. Medewerkers die ruim baan krijgen. Lekker ondernemend aan de slag. Autonomie, experimenteerruimte en gaan met die banaan. Wie wil dat nou niet? De praktijk is weer eens weerbarstig. Moderator van Sioo Heleen Tours zegt het zo: ‘het is een proces van aanmodderen, 1 stapje naar voren, 2 achteruit, 3 naar voren en soms even helemaal niet.’ Dat maakt het thema interessant en helemaal “des Sioo’s”. Blijkbaar gaat het niet vanzelf met dat interne ondernemerschap. Het is veelbelovend en ploeteren tegelijk. Recent onderzoek laat zien dat de tijd er rijp voor is. Er hangt een inspirerend en positief aura omheen. Het thema is hot and happening. Tel daarbij op dat intrapreneurship meer zingeving en werkplezier op kan leveren. Organisaties hebben dat in de smiezen en zien hun kansen schoon. Alle seinen lijken op groen te staan. De uiteindelijke effecten van intern ondernemerschap voor organisaties? Innovatie en betere financiële prestaties. Ze worden felbegeerd, maar komen lang niet altijd zomaar van de grond. Zeker in regelrijke, hiërarchische organisaties met top-down leiderschap. Niet de gedroomde ingrediënten voor een ondernemende receptuur. ‘Het lerend vermogen wordt ingeperkt’ voegt iemand in de chat toe. Ondernemende medewerkers haken dan gefrustreerd af.

Communicerende vaten

Vanuit onze geografie en historie zit de handel en wandel in onze genen. Hollanders als globetrotters die er eeuwen geleden al op uit trokken, de zeeën trotserend, op zoek naar nieuwe werelden en grondstoffen die we zelf niet hadden. Nu, vele eeuwen later, scoren we nog steeds hoog op de internationale concurrentieladder. We zijn nog steeds een ondernemend volkje. En ook al is het door de overheidssteun in de coronacrisis moeilijk te preciseren, het aantal stoppende ondernemers lijkt vooralsnog mee te vallen. We mopperen wel, maar ondernemen er lustig op los.

Nieuwe motor?

Hoe komen we in hemelsnaam als ondernemend land straks uit deze coronacrisis? Een vraag die de gemoederen bezighoudt. De generieke en standaard reflex van mensen bij een crisis is bekende kost. Een fysiologisch bepaalde reactie: ‘flight, freeze, fight’. Mensen die zich terugtrekken, anderen stropen hun mouwen op en er zijn er ook die liever afwachten. Als we verder inzoomen dan zien we meer differentiatie. Kijk maar eens naar grote ondernemingen zoals KLM die andere paden bewandelen. Zij gebruiken diplomatie en hebben een betere toegang tot kapitaal. Hun lobby is krachtig, hun stem wordt gehoord. Er gaat veel aandacht uit naar dit soort grote marktpartijen die maatschappelijke impact hebben en waar veel banen op het spel staan. Het lijkt zo logisch en te billijken, maar is er wel voldoende oog voor de positie van het MKB? Ondanks alle goedbedoelde regelingen is het MKB in de kern kwetsbaar en daarmee staat er verlies van innovatie en ondernemerschap op het spel. Wat onderzoek keer op keer weer uitwijst is dat innovatie in het DNA zit bij starters en in het MKB. Niet voor niks ‘de motor van de economie’. Ondanks de opgetuigde overheidssteun is de kans reëel dat het MKB gehavend uit de coronastrijd tevoorschijn komt. Dat maakt dat het belang van ondernemerschap bij de grotere, deels conventionele organisaties toeneemt. Juist nu en juist dáár. Dat brengt ons bij de importantie van intern ondernemerschap, in het grotere bedrijfsleven en bij publieke organisaties.

Een goed nest

Vrijheid en vertrouwen. Deze allitererende tweeslag is volgens Dijkhuizen de sleutel bij succesvol intern ondernemerschap. Een organisatiecultuur waarbij mensen ruimte krijgen, fouten mogen maken en vertrouwen ervaren, vooral van hun leidinggevenden. Dat is het nest dat nodig is zodat ondernemende vogels kunnen en durven uitvliegen. Waarin ze het ook echt gaan doen. Het handelingsperspectief weegt namelijk zwaar bij intern ondernemerschap. Acteren, in actie komen, experimenteren en ‘werkende weg’. Dit is het idioom dat past bij een ondernemende cultuur. En het mooie is: dat zit ook in ‘het kleine’. Niet per se een majeure businesscase of een masterplan. Het hoeft niet groots en meeslepend te zijn. Klein is ook fijn. Laagdrempelige initiatieven om het net een beetje anders aan te pakken. Het draagt allemaal bij aan de door organisaties zo vurig gewenste ‘entrepreneurial culture’.

Niet meer klassiek en ouderwets, van boven naar beneden, top-down, verticaal en binnen vastomlijnde kaders. Nee, eerder het tegenovergestelde: bottom-up, over afdelingen heen, horizontaal, met stakeholders en zonder knellende procedures. Dat zijn de beste richtingaanwijzers in het ondernemende verkeer. Dan gaat het stromen. En dat gebeurt op steeds meer plekken. Sommigen mensen blijken zelfs aangeboren aanleg te hebben. ‘Openheid’, cruciaal bij ondernemerschap, blijkt in de genen te zitten, zo wijst psychologisch en biologisch onderzoek uit. Het enige wat organisaties dan nog hoeven te doen is de juiste setting creëren, een vruchtbare voedingsbodem aanleggen. De ‘nurture’ doet dan verder zijn werk. Appeltje-eitje toch? Nou, niet echt. Integendeel…

Prioriteit

Ondernemendheid en buiten de lijntjes kleuren gaan hand in hand. Maar als je dan van het pad afwijkt dan onthult de organisatie vaak haar ware aard. Ondernemende medewerkers die steun ontberen krijgen de deksel op de neus. Deze systemische tegenkracht kan sterk zijn. Bij innovatie zit onzekerheid ingebakken en het is een proces van ‘creatieve destructie’ leerde Joseph Schumpeter ons ooit al: er gaat ook iets verloren. ‘Het is niet gemakkelijk’ geeft Dijkhuizen toe. Beslissers in organisaties zetten dan ook regelmatig kanttekeningen bij intern ondernemerschap en verwijzen naar gestrande pogingen. De hamvragen voor de organisatieleiding zijn dan: heeft het daadwerkelijk prioriteit? En: wordt het écht belangrijk gevonden? Het zijn misschien eerder gewetensvragen. Om te achterhalen of die ondernemende cultuur werkelijk begeerd wordt en om helder te krijgen wat men daarvoor wil doen én laten.

Op de barricade

‘Onder druk wordt alles vloeibaar’ luidt het gezegde. Tijdens de coronacrisis hebben we mooie voorbeelden gezien van ondernemendheid. Vrijwilligers in de zorg uit allerlei andere beroepsgroepen. Een gloednieuwe, omvangrijke NOW-regeling die in sneltreintempo is gerealiseerd en waarbij enorme loonsubsidies zijn uitgekeerd. Bavaria ging in een handomdraai handgel maken. Auping manifesteerde zich als mondmasker-fabrikant. Hartstikke mooi natuurlijk maar buiten de aandacht van de media om, achter de schermen en in de spreekwoordelijke coulissen, hebben intrapreneurs helaas nogal wat littekens en eelt op de ziel. Hoe kan dat?

Laten we beginnen met de etymologie van het woord ‘intra’: binnen. Aan de binnenkant van organisaties is het namelijk vaak guur. Controle is de boosdoener. Bij veel bestaande organisaties, zeker de conventionele organisaties, is rationaliteit essentieel. Daar horen protocollen en stramienen bij. Mensen die er werken worden ‘opgevoed’ om mee te gaan in dit dominante sturingsparadigma. Gepromoveerde conformisten maken de veranderbaarheid er alleen maar taaier op. Door de ‘VUCA’-wereld moeten organisaties transformeren richting meer flexibiliteit, openheid en omgevingsgerichtheid. Organisaties dienen zichzelf opnieuw uit te vinden. Echter, verandering van binnenuit is moeilijk en brengt risico’s met zich mee waarmee de status quo uitgedaagd wordt. Dat is inherent aan ondernemen. Zekerheden staan op het spel. Aandeelhouders en politiek zijn invloedrijke stakeholders en kijken over de schouders mee. Ondernemende medewerkers komen als ‘vrijheidsstrijders’ onbedoeld op de barricade te staan. Ze worden teruggefloten, moeten ineens aan draagvlak werken en rekening houden met een waaier aan belangen bij hun plannen. Oneerbiedig gezegd: Jan en alleman moet zijn plasje eroverheen doen.

De kunsten

‘Vrijheid-blijheid’ is een gewaardeerd mantra bij intern ondernemerschap, maar er blijft natuurlijk ook een noodzaak van checks & balances. Emeritus hoogleraar André Wierdsma zie ooit treffend: ‘zonder begrenzing is er leegte’. Er komt steeds meer inzicht in wat het precies van intrapreneurs, leiders en organisaties vraagt om een duurzame, ondernemende cultuur te bouwen. Dijkhuizen noemt dit ‘de kunsten’. Bij de ondernemende medewerker is ‘zelf-effectiviteit’ cruciaal: grensverleggend werkgedrag werpt je terug op jezelf, op je authenticiteit dus moet je stevig in je schoenen staan. Voor leidinggevenden is het onmisbaar om ‘relatiebouwer’ te zijn: kunnen verbinden, in staat zijn om medewerkers vertrouwen te geven. Een ‘can do’-mentaliteit uitstralen. Mensen positief prikkelen: ‘probeer ‘t eens’. Maar niet alleen stimulerend leiderschap en de wil van mensen zelf speelt een doorslaggevende rol. Dat zou onvolledig zijn en het legt een te grote claim op het individu. Ook in het collectief van het organisatiesysteem is er werk aan de winkel.

Dat vraagt een gezamenlijke effort: de top, leidinggevenden en intrapreneurs die met elkaar de ‘regelruimte’ bespreken. Regels die rekening houden met de risico’s en de koers van de organisatie. Ruimte met voldoende steun en vrijheidsgraden voor de ondernemende medewerker. Da’s niet eenvoudig. Het vraagt om te beginnen een intrinsieke, meerpartijdige wilskeuze: gaan we dit écht doen? Zonder commitment van C-level en management gaat het niet. Daarna vereist het doorzettingsvermogen en reflectief vermogen om met elkaar af te stemmen, ook tijdens de rit én als het spannend wordt. De no-brainer is: ga aan de slag. De bijbehorende wijsheid van de Amerikaanse maatschappelijke ondernemer wijlen Millard Fuller slaat de spijker op zijn kop: ‘It’s easier to act yourself in a new way of thinking than to think yourself in a new way of acting’.

Door:
Marc Groothuijse (alias 'Mr. Brexit'). Adviseur Buitenland KVK 
Durk Piet de Vries (Programmamaker en Adviseur organisatieontwikkeling bij Sioo)

Reacties

Er zijn nog geen reacties.

Plaats een reactie

Onze partners